3. Werkfase: de familiebegeleider richt zich op het versterken van het gezin, bijvoorbeeld door de opvoedingsvaardigheden van de ouders te versterken en/of hen te begeleiden naar externe hulpverlening. Er is ook veel aandacht voor herstel van gezinsrelaties en voor de relatie met de mensen die voor de ouders en kinderen belangrijk zijn.

​

4. Fase van terugkeer en nazorg: uiterlijk een jaar na de uithuisplaatsing van de kinderen komt de vraag aan de orde of (gedeeltelijke) terugkeer naar huis mogelijk is. Terugplaatsen gebeurt altijd stapsgewijs, onder zorgvuldig toezicht en aan de hand van een terugkeerplan. Opnieuw is er veel aandacht voor de eigen kracht en eigen kring van het gezin. Na terugplaatsing biedt Simba Familiezorg ambulante gezinsbegeleiding totdat het wijkteam kan starten of tot een zorgaanbieder de zorg kan overnemen. Als terugkeer niet mogelijk is, kijkt het Simba-team naar alternatieven. Mogelijk kunnen de kinderen langer in het gezinshuis of pleeggezin blijven, of gaan ze bij familie of een andere persoon in het netwerk wonen.